Grenzen aangeven
Grenzen aangeven is voor erg veel mensen een lastig iets. Ergens in ons leven hebben we geleerd dat grenzen aangeven niet mag. Dat dat egoïstisch is.
Grenzen aangeven is voor mij ook heel lang behoorlijk lastig geweest. Grenzen in hoe ik behandeld wil worden, seksuele grenzen, met wie ik omga, de mate waarin ik in mijn vrije tijd klaar sta voor mijn klanten, hoeveel ik gratis doe, ten dienste sta van mijn kinderen.
Het vervelende is dat als je grenzen aangeven naar je omgeving lastig vindt, je ook naar jezelf toe grenzeloos wordt. Je raakt dan het gevoel van “genoeg is genoeg” kwijt. Dan weet je niet zo goed te stoppen. Teveel sporten, werken, eten. Je stopt dan meestal te laat, als het kwaad al geschied is.
Mijn ouders hebben mij geleerd dat het geluk van een ander boven dat van mij gaat. Dat ik niet voor mezelf mag kiezen. Lief zijn.
Maar het feit dat ik dit van mijn ouders heb geleerd betekent nog niet dat ik het hoef te doen. Dat ik de rest van mijn leven met matige grenzen moet doorbrengen. Want die grenzeloosheid heeft me eigenlijk nooit iets positiefs opgeleverd. Alleen maar pijn en verdriet.
Iedereen heeft een andere jeugd gehad en een andere motivatie om over eigen grenzen heen te gaan. Wat is jouw motivatie om het geluk van een ander boven jouw eigen geluk te stellen?
Want dat is eigenlijk wat je doet wanneer je over je grenzen heen gaat. Jij wilt niet naar die verjaardag maar de ander niet teleurstellen. De ander behandelt je respectloos maar je denkt “hij bedoelt het vast niet zo”. Die vriendin praat alleen maar overzichzelf maar “ach ze heeft het al zo moeilijk”. Je bent de hele dag voor je gezin bezig terwijl zij op de bank hangen omdat je ze de ontspanning gunt. Je doet aan de lijn maar eet een 2de stuk taart omdat je jouw (schoon)moeder niet wilt teleurstellen.
Vaak gaat die motivatie om het geluk van een ander boven jouw eigen gelukt te stellen over angst. Angst voor afwijzing, dat de ander boos wordt, teleurgesteld is in je, niet aardig gevonden worden of zelfs dat je dan geen bestaansrecht meer hebt.
Angst dat de liefde en acceptatie ons ontzegd wordt wanneer we grenzen aangeven.
Jouw eigen geluk boven die van ander stellen is niet acceptabel in onze maatschappij. Behalve in het vliegtuig. Daar moet je eerst je eigen zuurstofmasker opdoen voordat je een ander helpt wanneer er een ramp is.
Toen ik besloten had dat ik het zat was om het geluk van een ander boven die van mij te stellen ben ik dat gaan healen. Mijn innerlijke motivatie om over mijn grenzen te gaan op te heffen.
En toen kwam de magie.
Doordat mijn grenzen stevig zijn kan ik veel meer geven. En mijn geven wordt ook veel meer gewaardeerd. Niet in de laatste plaats door mijzelf. Het geven komt van een vrije plek, is zuiver en daar wordt iedereen blij van.
Wat je vaak ziet bij mensen die niet meer willen pleasen is dat ze de andere kant opslaan. Dan houden ze geen enkele rekening meer met de ander. En dat is ook niet de bedoeling.
Nu mijn grenzen stevig zijn heb ik een keuze. En of ik dan dat taartje eet is afhankelijk van de situatie en de motivatie van de ander. Als de ander weet dat ik geen taart eet maar toch een taart heeft gebakken ben ik duidelijk in mijn nee. Als iemand in liefde speciaal voor mij een taart heeft gebakken omdat hij/zij dacht mij daarmee te plezieren dan is de kans groot dat ik het wel opeet.
Als ik op zondag een app krijg van een klant is het afhankelijk van de situatie of ik meteen of op maandag een antwoord geef.
In alle situaties is het uitgangspunt dat ik bepaal en niet de ander. Het is mijn afweging wat ik doe wat de ander ook zegt. Ben niet meer gevoelig voor morele chantage.
Vanzelfsprekend vindt niet iedereen mijn grenzen meteen leuk. Maar het is wel duidelijk en eerlijk. En met grenzen word je steeds waarachtiger. En dat vindt eigenlijk iedereen wel leuk.